Antonio Justel Rodriguez
ONS HUIS
- 3e Ik zing voor het oude huis van mijn geboorte, dat van mijn ouders,
die van mijn grootouders en overgrootouders, die van Vecilla de la Polvorosa -
... scheuren, het huis lijdt,
innig uitgeput,
kreunt…;
wie zal haar komen redden, als we allemaal zijn gevlucht op zoek naar ijzeren harnassen,
geconfronteerd met verschrikkingen en tekenen van rampspoed;
men merkt echter dat, vast aan de muren, dat achter de deuren
of in het roet van de haard spelen violen ter ere van een andere beroemde tijd,
en dat de stenen, de wijnstok, de oven, de stoeprand nog leven,
en dat ook de stem en de lucht,
nog steeds, nog steeds...;
… het is zo dat, hoewel ze pijn doen, men terugkeert naar de verloren rozen, naar de lelies die waren,
naar de lelies, naar de zwaluwen van het hart;
… Ik weet dat er een cyclopische, oneindige pauze is geweest:
maar hier is het huis, wachtend op deze enorme dreiging om voorbij te gaan en voorbij te gaan
of ongeslagen cycloon van de dood;
"... open dan de deuren, laat ons vrijheid roepen en laat de lelies terugkeren,
de lelies en de rozen”;
oh stem van liefde, oh baken of huis/licht,
o dorst en vitale gave,
oh, oh thuis, thuis van ons.
***
Antonio Justel Rodriguez
htps://www.oriondepanthoseas.com
***
All rights belong to its author. It was published on e-Stories.org by demand of Antonio Justel Rodriguez.
Published on e-Stories.org on 06/23/2022.