... deze flare, deze fan van bloed en levende lichten die in ons vervullen,
Waar is hij gekomen, wie bracht het naar ons ...?
Het verlichten van hen, tussen grenzen en tarwes schijnt en marcheert een dwalende God,
Ah, zie je het niet ...?
Het is zo mooi als een lied van Alondra,
en zo zoet en vruchtbaar als een lijn van levend gras;
... Het hart volgt en gaat verder, en de ziel, weggenomen, gaat aan en brandt;
Kom, kom dan, en pak me op,
dat ik naar de wegen en de lucht ga, en welk dodelijk licht, ik ben op de weide;
... ik, ik, wie wie en ik leven in een bescheiden riet- of rogge voet,
In een regenval,
In één, in een druppel liefde,
in deze,
Alleen hierin.
***
Antonio Justel Rodríguez
<htps: //www.oriondanthoseas.com>
***